Geschiedenis
Habets is een bekende naam uit het zuiden van het land en vindt zijn oorsprong in Limburg. De geschiedenis gaat ver terug tot in de middeleeuwen. Het oud-Limburgse geslacht Habets vindt waarschijnlijk zijn oorsprong te Wijnandsrade in de streek Haesdal-Aalbeek-Hulsberg. Al vóór 1500 komt te Wijnandsrade een leengoed voor, genaamd “Der Habet”. Dit leengoed zou in die tijd mogelijk het stamgoed kunnen zijn geweest van de familie. De oudste schrijfwijzen Habotz en Haboets zouden kunnen zijn afgeleid van Hadebout. Habout is een persoonsnaam die in de Middeleeuwen en in het bijzonder in het Frankische tijdperk veel voorkwam. In 819 leefde te Keulen een aartsbisschop Hadebald. Bout en Bald betekenden sterk. Bout is krachtig. Het voorvoegsel Hade komt voor in de naam Hadibert, Hadebraband en in die van Haderik, die rond het jaartal 700 een aantal goederen had te Susteren. Deze goederen werden door Pepijn in 714 aangekocht. Het voorvoegsel komt ook voor in de meer gebruikelijke naam Hadamar. Hade betekent waarschijnlijk hetzelfde als ons huidige woord hoede (waakzaamheid). Habots en Habets zouden dus kunnen zijn afgeleid van Hadebolds zoon of zoon van Hadebout. In een recent gevonden leenakte van 1481, wordt Johan Habetz genoemd als leenman van Valkenburg. Omstreeks 1500 Ieefden Johan Habet en Lenart Habet te Wijnandsrade. Rond 1519 Ieefden er een Helger Habetz en Peter Habetz te Schimmert en Haesdal. In 1528 leefde Merten Habets als leenman van de proosdij van Meerssen en in 1542 was Willem Habotz brouwer in Maastricht.